Losse Onderdelen / Zelfbouw (4) / door Guido van den Boorn
Fuller, een arme sloeber die in 1896 geboren wordt in Jonesboro, een buitenwijk van Atlanta, Georgia. Van huis weggestuurd, mishandeld door pleegouders, aan de slag als schoenpoetser, als krullenjongen in een houzagerij, bij een ketellapper en nog zo’n '12 ongelukken en 13 ongelukken'.
Gitaar spelen is wat hem in zijn eigen woorden 'rechtop laat lopen'. Als het zo uit komt speelt hij voor een habbekrats zijn mix van country blues, work songs, ragtime en jazz standards, ballads, spirituals en instrumentals. Hij raakt bekend om het enorme repertoire dat hij kent en omdat hij soms op allerlei instrumenten tegelijkertijd speelt.
Chicago
In 1919 wil hij weg uit de ellende van de zuidelijke staten. Eigenwijs als hij is trekt hij niet naar Chicago zoals zovelen in die tijd, nee hij verhuist via Cincinnati naar California. Ook hier bestaat zijn loopbaan uit een aaneenschakeling van de meest vreemde klusjes: onderhoudsmonteur, circusartiest, brandweerman, broodjesverkoper, lasser. Hoogtepunt zijn ongetwijfeld zijn hand-en-spandiensten voor de beroemde acteur Douglas Fairbanks. Hij trouwt en bouwt een hut in Oakland.
Rond 1952 zijn er blijkbaar geen klussen meer en ziet hij zich genoodzaakt aan de slag te gaan als professionele artiest. Fuller is dan al 54. Hij maakt een trieste rondgang bij allerlei gezelschappen en bands en wordt overal afgewezen: te oud. Het lukt hem ook niet om zelf een band te formeren.
One-man-band
Noodgedwongen maakt hij van zijn nadeel een voordeel: als niemand hem wil hebben, dan wordt hij toch gewoon een eenmansband! Een grote 12-snarige gitaar, een mondharmonica, een kazoo, een of twee bekkens en de 'fotdella'. De fotdella is een door Fuller zelfbedachte en gebouwde contraptie: een kast gemaakt van 2 bashelften en bespannen met zes pianosnaren. Fuller bespeelt de fotdella – via pianohamers - met zijn ene voet, met zijn andere een hele serie ritme-instrumenten: samen met gitaar, kazoo en mondharp een compleet orkest.
Die one-man-band wordt bekend als hij eind jaren vijftig speelt in het Fillmore District van San Francisco en overal langs de West Coast op radio en tv verschijnt (als voorloper voor de latere folk revival). Hij wordt een gevierd componist. Voeg eraan toe dat hij in zijn act danspassen, sketches en de spagaat opneemt (die hij afkijkt van o.a. T-Bone Walker) en een nationale beroemdheid is geboren! In 1959 treedt hij (half-illegaal) op het Monterey Jazz Festival op. Zijn finest hour komt ook in 1959 als hij zijn compositie San Francisco Bay Blues opneemt, inmiddels een evergreen op ieders repertoire, van Johnny Cash tot unplugged Eric Clapton. Daarna gaat het hem voor de wind, met grote Europese tours en veel werk in de US. Lone Cat Fuller overlijdt in 1976.
Leermeester
Maar dat is niet het hele verhaal. Zijn geheel eigen stijl, zijn teksten en zijn humor maken hem tot een ware leermeester voor de nieuwe generatie van blanke folk artiesten aan het begin van de jaren zestig. Onder hen een jonge Bob Dylan. Ontleent Dylan zijn gitaarspel deels aan Woody Guthrie, dan ontleent hij zijn beroemde mondharmonica-riffs aan Jesse Lone Cat Fuller. Geniet van Dylans versie van Fullers You are no good, het allereerste nummer van Dylans debuutalbum Bob Dylan (1961), naast het origineel van de Lone Cat!